21. Thuis!

Het gaat steeds harder waaien en hoog aan de wind loopt het uit op een”bumpy ride”. We zullen weten dat we weer op het knobbelige water van het IJsselmeer zijn beland! Stavoren is net niet bezeild en dus moeten we vlak voor de kust nog een slag maken. Bij nader inzien hebben we eigenlijk niet zoveel trek om daar naar binnen te gaan. We hebben nog wel wat tijd over en Stavoren is met dit weer niet onze favoriet. Dan maar gelijk door naar Hindeloopen, daar voelen we ons altijd thuis. Onze grote vriend de havenmeester zit op zijn vaste plek de bootjes binnen te praten. We arriveren op een gunstig tijdstip en dat levert dan ook meteen een eersterangs plekje aan de steiger op. Als vanouds. Gek om hier in ons vertrouwde hoekje te liggen maar nu met een NB. En dan te bedenken dat we met haar vanuit Engeland onderweg naar huis zijn…Onwerkelijk. De dorpssupermarkt, de nieuwe pinautomaat en het café bewijzen goede diensten; het is of we nooit zijn weggeweest. De volgende dag is het van Hindeloopen naar Workum maar een klein stukje. Komt goed uit want het is geen lekker weer. Het is regenachtig en er staat een gure, harde wind. Het nodigt niet uit tot een leuk afscheidstochtje over het IJsselmeer. Jammer. De drukte voor de sluis van Workum valt mee; met harde wind is het altijd even lastig manoeuvreren daar in de kom. In konvooi passeren we Workum en gaan we richting Heeg. Wat een zegen dat de Jelteslootbrug niet meer bestaat; dat betekent lekker doorkachelen. We zeilen en motorzeilen door het Prinses Margrietkanaal en langzamerhand naderen we “thuis”. In Akkrum varen we langs de privé-ligplaats van onze dochter en schoonzoon waar momenteel ons andere bootje ligt. Onze knalrode Kolibri 560, genaamd Mathilda. Ze ligt anders altijd bij ons achter het huis. Vanwege de aanstaande komst van de NB hebben we gevraagd of de kinderen haar even wilden omvaren naar haar logeerplek. We varen langs en zien nog net haar mastje en de bovenkant van het kajuitje. Je moet wel heel goed kijken want ze is zo klein… Maar het is een foto waard. 

 


  
Even verderop leggen we aan bij de Spoorbrug om op de eerstvolgende opening te wachten. Akkrum is echt een dorp; onze dochter rijdt toevallig net langs in haar auto en ziet ons liggen. Dit voelt toch wel echt als thuiskomen. Even later komt ons huis in zicht en meren we af in de achtertuin. We voelen ons blij, trots, verwonderd en opgelucht. Een machtig gevoel als je je kleine bootje zo vanuit Engeland naar huis hebt gevaren. Ik maak ’s avonds direct een foto en mail deze door naar Robert, de vorige eigenaar. We zijn thuis!

20. Markermeer - Enkhuizen

Het is tegelijk warm, zonnig, heiig en windstil. We vertrekken vanuit Uitdam richting Enkhuizen. Ditmaal voor de verandering alleen. Het is nog redelijk vroeg en het is doodstil op het water. De stuurautomaat gaat aan. We passeren het Paard van Marken.



Deze vuurtoren doet me altijd denken aan mijn broer. Hij heeft ooit, met zijn schip in de haven, een jaar op Marken gewoond om er zijn huisartsenstage te lopen. We hebben hem daar regelmatig bezocht; ons verbazend over het leven op dit eiland. Het spierwitte gebouw weerkaatst het licht van de zon. Het doet pijn aan de  ogen.  
We lezen uitgebreid de krant en zetten en passant de kuip in de was. Nu en dan kijken we speurend in het rond maar er zijn maar weinig boten op het water. Dit is heel anders varen dan zoals we het de afgelopen weken zijn gewend, maar ook dit is genieten. Van de rust, de stilte, het vredige gekabbel. 

  

 

 


 Het zicht is slecht; is maar klein. Voor het naviduct van Enkhuizen moeten we een sluislichting wachten. We sluiten achteraan. Iedereen heeft zich aangepast aan dit langzame tempo en kuiert ontspannen wat over de steiger. Hier en daar wordt een gezellig praatje gemaakt. In de binnenhaven is het nog niet erg druk. We leggen vast aan een mooi houten jacht uit Leeuwarden. Friezen onder mekaar… Een van de voordelen van een bescheiden maat boot blijkt ook nu weer bij het stapelen. Er is bijna geen kleinere boot te vinden die nog bij ons langzij wil of kan komen. We blijven lang buitenste terwijl overal om ons heen de stapelingen steeds groter worden. Van vijf, naar zes, naar zeven. Ooit hebben we hier eens verschrikkelijk gebaald. We lagen met onze 30 voeter langs de wal. Toen kwam er een 34’’er langzij, een 36’er, een 38’er,een 40’er en uiteindelijk lag aan de buitenkant een boot van meer dan 44 voet. Jammer dat de rondvarende havenmeesters daar niet beter op letten. Onze protesten werden niet gehoord; het recht van de brutaalste (en de sterkste) gold. En eenmaal binnenste, was er geen ontsnappen meer aan. Buiten het feit dat al die grote boten ons zowat pletten, hebben die boten ook altijd zo verschrikkelijk veel mensen aan boord! Niks geen bedaard ouder echtpaar maar zomaar 6 tot 8 man per boot die ’s nachts in het donker, met een borrel op, halsbrekende toeren uithalen. Over jouw voordekje waaronder jij een paar centimeter lager probeert te slapen… Ik hoop en verwacht dat we vanaf nu van deze ergernis af zijn! Het gaat ’s middags een beetje regenen. We wandelen wat en we winkelen wat. Bij de plaatselijke watersportwinkel gaan we op zoek naar een regenzeiltje. We zijn tenslotte in Nederland niet waar? Het zeiltje wordt gevonden en dat moet natuurlijk direct worden uitgeprobeerd. Even wat gepiel met de elastiekjes en het zit. De volgende morgen zetten we koers richting Stavoren.

19. Binnenwater


Het weer heeft bijna de hele tocht meegezeten. We hebben daarom nog wat tijd over en besluiten er een extra dagje IJmuiden aan vast te knopen. De jeugd vermaakt zich hier prima en ook voor ons is er genoeg te zien en te beleven. We maken samen een lange wandeling over het strand en lopen tot het uiterste puntje van de pier. Dat is nog een hele tippel. 

 

 

Gaan nog even langs bij de technische man van de NB die nu in een eigen loods bij de Marina een doorstart probeert te maken. Hij is jammer genoeg niet aanwezig. Later op de middag krijgen we familie op bezoek, Ze wonen in de buurt en nu we hier toch zijn, willen ze de nieuwe boot wel even bekijken. Friesland ligt toch zo vreselijk ver weg vanuit de Randstad! ’s Avonds strijken we neer in het havenrestaurant. Dat is een bijkomend voordeel van een klein bootje met een nog kleiner kombuisje: je zoekt de maaltijden wat vaker buitenshuis… We zitten eerste rang bij het raam en zien langzaam de zon in de zee zakken. 



 De volgende morgen pakken we de sluis en nemen we het Noordzeekanaal richting IJsselmeer. Dat is voor ons de eerste keer. Tot nu toe hebben we het kanaal altijd andersom gevaren. Ik weet niet hoe de landingsbaan heet die ze gebruiken maar er hangt een flinke file voor. Het ene na het andere vliegtuig komt over. Arme mensen die daar in de buurt wonen. De reis verloopt redelijk voorspoedig. Het is jammer genoeg een beetje druilerig weer en we kunnen niet lekker zeilen. In de buurt van Amsterdam wemelt het van de yuppensloepjes. Gezellig met familie en vrienden, een hapje en een drankje in de picknickmand, “chillen” op het IJ. Zodra we de Oranjesluizen zijn gepasseerd begint het eindelijk wat te waaien. We zeilen een ruim rondje om Pampus en genieten. Het is raar om na zoveel tijd weer op zoet water te zijn. Je ziet opeens weer hele andere maten en modellen boten dan op zee. Aan het eind van de middag is het afgelopen met het spelevaren en zetten we koers richting jachthaven. We hebben afgesproken in Uitdam. We zijn er geen van allen ooit geweest maar het ligt mooi strategisch. Het wordt de laatste gezamenlijke stop van de vakantie voordat we elk apart huiswaarts keren. 




Het is een klein jachthaventje. Er is een winkeltje, een snackbar, een restaurantje, een camping en er zijn veel vaste gasten. Een en ander ziet er wat verwaarloosd uit. De mensen zijn echter vriendelijk en gastvrij. De jeugd pompt de rubberboot op en gaat wat spelevaren. Er wordt wat gewinkeld, gewandeld, gerommeld en gegeten. De volgende ochtend nemen we afscheid van elkaar. De Oaze vertrekt richting Naarden, voor hen zit de vakantie er bijna op. De SeaFox heeft nog even en gaat naar Makkum zodat de jongens nog wat kunnen surfen. Wij varen door richting huis. Het waren een paar gezellige dagen en het was een leuke afsluiting van de vakantie. We zien of spreken elkaar eerstdaags vast wel weer.

18. West 6 IJmuiden

De jeugd heeft het hier wel naar de zin. De oudjes zijn iets minder enthousiast over de drukte, de warmte en de afstand tot het toiletgebouw, het strand en het centrum. Volgens de buienradar passeert er eerst een fikse bui. We besluiten deze af te wachten en daarna te vertrekken; het kan net wat de stroom betreft. De overvolle haven loopt langzaam weer leeg. Ook wij gooien de trossen los en met weinig wind zetten we koers richting IJmuiden. Voor het Kurhaus scharrelen wat vissersboten met dagjesmensen rond. Wel 50 hengels steken over de reling naar buiten. Een raar gezicht. Wij zeilen een vaste koers - zij komen vlakbij. We hebben geen idee welke kant ze op willen en dus varen we er maar zigzag tussendoor. We snappen ook niet waarom ze steeds toeteren totdat we in de gaten krijgen dat de ene toeter betekent dat de hengels uit mogen en dat de volgende toeter betekent dat de hengels binnengehaald moeten worden omdat de boot weer gaat varen. Heel verwarrend als je hier als niets vermoedende toerist tussendoor zeilt en je hebt geen idee wat ze willen…  







Het is een goede gelegenheid om de gennaker weer eens te gebruiken. Het kost weer even wat moeite voordat hij staat, maar dan heb je ook wat. Een groot helblauw monster voorop de boegspriet. Een imponerend gezicht volgens de twee andere boten. Jammergenoeg varen ze te ver bij ons vandaan om er een mooie foto van te kunnen maken. 







Langzamerhand trekt de wind aan en besluiten we het blauwe gevaarte binnen te halen. We zijn nog niet zo geoefend in de vereiste handelingen en we willen hem graag heel houden. Een goede beslissing want enige tijd later gaat ook het eerste rif er al in. We lopen 5,7 mijl en hebben 7,2 mijl SOG. 




Van windkracht 3, naar 4, naar 5, naar 6. De golven vallen bijna dwars in en dat zeilt ongemakkelijk. We varen redelijk dichtbij de kust, het is hier ondiep en de golven worden gaandeweg dan ook enorm. Het is houwen en keren maar ons kleine notendopje houdt zich kranig in deze wilde zee. De bemanning heeft het iets moeilijker want we moeten alle twee bewust ons best doen om niet zeeziek te worden: we blijven zo kort mogelijk binnen, we eten doorlopend droge koekjes en ik rommel zelfs wat met muziek in een oortelefoontje. Een probaat middel naar het schijnt, om je gehoor- en evenwichtsorgaan af te leiden. Het werkt! We kunnen het op deze manier goed in de hand houden maar we zijn blij als IJmuiden in beeld komt. We zijn nat van het spatwater, moe van het evenwicht bewaren en we krijgen het langzamerhand een beetje koud. Vlakbij de pier komen de golven recht achterin. Het lijken wel bergen. Zelfs ver binnen de pieren is de zee nog erg wild en moeten we het juiste moment afwachten om dwars op de golven de jachthaven in te draaien. Wat een geweld… 


En wat een oase van rust dan in de Marina Seaport IJmuiden... We komen niet lang na elkaar binnen en wat hebben we elkaar een hoop te vertellen! We zijn geen van drieën eerder met deze wind en golven op zee geweest en dan met west 6 IJmuiden binnenlopen. Maar we zijn tevreden; we hebben het er alle drie goed vanaf gebracht. Deze wind was niet voorspeld. Hadden we het van tevoren geweten dan zouden we waarschijnlijk niet zijn uitgevaren. Maar goed, het heeft het ons overvallen, we hebben ons er prima doorheen geslagen en we zijn weer een ervaring rijker.

17. Maasmond

Het is ’s ochtends alwéér prachtig weer. We boffen maar. Van de havenmeester mogen we fietsen lenen om boodschappen te doen bij de plaatselijke AH. We moeten ze alleen eerst even repareren... Het is te ver om te lopen maar het fietstochtje is werkelijk geen straf. Hellevoetsluis blijkt een mooi stadje te zijn. Nadat de havenmeester onze dieseltank heeft gevuld, kunnen we vertrekken. De sluis is ditmaal snel genomen. Er is weinig wind, de stroom staat eerst nog tegen en dus gaat de motor bij. Weer dat eindeloze Slijkgat door en dan ruim om de “Hinder” heen. We zien niet veel van de Maasvlakte. Uit de verte vallen alleen de immens grote kranen op. Op naar de boei die het begin van de route voor pleziervaartuigen markeert. We melden ons bij de sector Maasmond en doen ons best de Maasgeul netjes over te steken. Dat lukt niet helemaal want de wind werkt niet mee. Het is dan wel wat gaan waaien maar helaas komt hij bijna recht van voren. De golven komen van opzij. Kruisen lijkt ons hier niet zo’n slim idee dus we varen zo hoog mogelijk aan de wind met de motor bij.
















 Het is niet bijzonder druk in de Maasgeul. Een enkele keer wijken we ruim van te voren uit zodat het voor de grote schepen en voor de verkeerspost (volgens de Almanak) “tijdig en duidelijk zichtbaar” is wat we gaan doen. We horen de verkeerspost aan een uitvarend containerschip melding maken van “een paar jachtjes die de geul oversteken”. Geruststellend om te horen dat ze ons op de radar zo goed in de gaten houden. Zodra we de Maasmond zijn gepasseerd, vallen we iets af en zetten we koers richting Scheveningen. Het is toch wel even spannend zo’n gebied waar zeer groot en zeer klein elkaar kruist. 


 



Na ruim 30 mijl varen komen we in Scheveningen aan. De jachthaven ligt potjevol. De havenmeester kan alle drukte niet zo goed aan. Hij vaart rond in zijn bootje als een kip zonder kop en geeft daarbij tegenstrijdige bevelen. De SeaFox boft (of houdt zich van den domme…?) en komt in een privé box terecht. De Oaze en wij liggen vierdubbeldik gestapeld. De jachthaven ligt midden tussen de flatgebouwen. Het is er daarom windstil en bloedheet. Gelukkig zakt de zon al snel -niet in de zee maar achter de betonblokken en wordt de temperatuur draaglijk. De jeugd uit de twee andere boten gaat de wal op en blijft eindeloos lang weg. Bob gaat ook op stap, maar dan voor twee visjes en komt ook nooit meer terug. Het blijkt een heel eind lopen van de jachthaven naar het centrum, en dat in die warmte! Het toiletgebouw van de jachthaven is verhuisd naar een andere plek, nagelnieuw en net in gebruik genomen. Het is alleen moeilijk te vinden en je moet met een pasje en/of code door een poortje en vervolgens langs een bouwput heen. Gelukkig heb je dan ook wat. De accommodatie is prachtig en er is zelfs gratis internet. Dat maakt een heleboel goed. De mail wordt gecheckt en de weerberichten worden bekeken. Een koel glaasje wijn om het af te leren en dan naar bed.