33. Marifoon

Hoe mooi je boot ook is, je houdt altijd wat te wensen over. Van ons geld afkomen in een watersportzaak is voor ons geen enkel probleem. De klep van de Ketelbrug lijkt hersteld te zijn dus we kunnen weer zonder gevaar de reis naar Kniest in Almere ondernemen; een van de snoepwinkels voor bootjesmensen. We zitten namelijk nog met de marifoon. Hij zat in de boot toen we hem kochten. Een merk dat ook bij Kniest wordt verkocht. De vorige eigenaar had nog niets ingeprogrammeerd; hij had het niet zo op met dat moderne gedoe. Dat was alleen maar gunstig voor ons. Voor vertrek uit Engeland hebben we ons nieuwe MMSI-nummer erin gezet. Wel handig voor als we midden op zee mochten vergaan. Onze ATIS code konden we er niet in kwijt. Niet vreemd als je weet dat in Engeland een ATIS code helemaal niet wordt gebruikt. Wij dus zonder ATIS op pad. Het bleek geen probleem want eenmaal in Nederland is het nooit iemand opgevallen dat we zonder roepnaam uitzonden. Maar, rechtschapen burgers als we zijn, willen we het voor het komende seizoen toch wel geregeld hebben. De marifoon wordt bij Kniest aan de beademing gelegd (lees: laptop). Gelukkig is het probleem snel verholpen. Een kwestie van in de juiste software op de juiste plek een vinkje zetten. De ATIS en de MMSI zitten er weer in en we kunnen nu ook weer alle standaard Nederlandse kanalen ontvangen. 




Dat was van de zomer toch wel even lastig, kom je na een lange tocht eindelijk bij een jachthaven aan en wil je informeren of er plek is, staat het kanaal van de jachthaven helemaal niet in je marifoon…Dan kijk je toch wel even raar. Gelijk maar een handset voor de marifoon gekocht. Te monteren in de kuip. We vinden het op onze leeftijd (ha, ha, ha…) toch wel een beetje begrotelijk om steeds naar binnen te moeten klimmen om te horen wat er over de marifoon wordt gezegd. Vooral als je toch al een beetje pips om de neus bent; dan is binnen zitten niet zo’n goed idee. Meestal is het dan een gevalletje “hoge golven” en moet als extra hindernis het onderste schotje ook nog genomen worden

Ze hebben alleen een crèmekleurige handset op voorraad. Wel een beetje erg hip. Je bent er zo aan gewend dat die dingen zwart zijn. Maar laten we ook eens modern doen, waarom ook eigenlijk niet? Daar komen we snel achter. Wanneer we de hoorn bij de kuip houden staat het geheel als een vlag op een modderschuit. Crème en wit gaat in dit geval echt niet samen. Misschien staat het vreselijk cool op een speedboot, maar niet bij ons. Dus maar weer terug naar Kniest. Helaas. 


De zwarte modellen zijn in de Nederlandse vestigingen niet voorradig. Dan maar in Engeland bestellen. Een week later al komt het pakketje met de post. Ergert u zich daar ook zo vreselijk aan? De postbode komt het langsbrengen, niemand thuis. Volgende dag probeert hij het weer. Weer niet thuis. Tsja, verbazingwekkend hè? Er zijn nu eenmaal mensen die min of meer dagelijks naar hun werk gaan. Op de derde werkdag ‘s middags kunnen we het pakketje bij de plaatselijke supermarkt afhalen. Irritant als je haast hebt en je weet van tevoren dat het pakketje eerst drie dagen in de auto van de postbode blijft liggen…We maken het pakketje open en, verrassing: het is een crème exemplaar. Weer bellen en retour zenden. Al met al nog steeds geen handset om te monteren. We hopen dan maar dat we het nog voor de meivakantie zullen gaan beleven.

32. Mast erop

Daar ligt ze dan. De mast moet maar gauw omhoog want zo lijkt ze wel een onthoofde dame. Wat een wirwar aan lijnen. Meer dan op de gemiddelde zeilboot want de Sylke heeft ook nog lijnen om vanuit de kuip de boegspriet in- en uit te trekken. Bovendien heeft ze behalve een (keer-)fok ook een kluiver én heeft ze allerlei blokjes voor de genaker. In de haast om in het najaar de mast te laten zakken, heeft niemand eraan gedacht om een tekeningetje te maken hoe alle “touwtjes” lopen, welke kleur door welk blokje gaat, van boven naar beneden, van links naar rechts of andersom. Dom, dom, dom. Gelukkig hebben we de foto’s nog. Ik heb een helder moment en bedenk dat op de plaatjes van de verkoopadvertentie waarschijnlijk ook nog wel het een en ander te zien is. Onze lieve Engelse makelaar “Suzzanne” was geen natuurtalent op fotografisch gebied: vooral scherpstellen bleek een probleem. Maar dankzij twee van haar wazige kiekjes komen we er dan toch nog uit.  Ik neem me voor dat zo gauw we een keer gezeild hebben en alles blijkt te werken, ik direct zelf foto’s maak. Als het aan mij ligt, zitten we volgend jaar niet weer met dezelfde puzzel. 

 






Bob heeft wel schetsjes gemaakt van de stagen: welke stag zit aan welk oog op het dek. De sprenkel op de mast, de grootschoot eraan en trekken maar. Het kost inderdaad niet veel moeite om het gevaarte omhoog te krijgen. Gelukkig, het klopt: de stagen zitten direct goed. Jammer genoeg zit niet álles mee. De nieuw gemonteerde talie in de achterstag blijkt, ondanks vooraf meten, toch te kort te zijn. Niet zo erg, even provisorisch een langer lijntje erin en klaar. We moeten wel hangen aan de voorstag om hem vast te krijgen. Zou dat normaal zijn...? Alleen een lijntje van de lazyjack is omhooggeschoten. Even op de giek staan en we hebben hem zo weer te pakken. Makkelijk toch zo’n klein bootje. Zeil erop en reven erin. De fok en de kluiver laten we nog maar even warm en droog van ons binnenhuisklimaat genieten. Nat worden en verbleken kunnen ze nog de hele zomer. Conclusie: de mast op en neer halen kan best met zijn tweetjes, maar het is niet iets om als tijdverdrijf voor een gesloten brug te ondernemen, alleen omdat de brugwachter met lunchpauze is! Het begin is er. De Sylke ziet er weer uit als een zeilboot. 

Wat staat er verder nog op het program? De opbouw schoonmaken en in de was zetten. Walstroom aanleggen, extra 220 en 12 volts stopcontacten aansluiten, een plankje in de bakskist en kastjes in de voorpunt maken. De boot van binnen “kuisen” en inruimen. Voor als het heel slecht weer is houden we nog een rondje IJsselmeer: Vrolijk – Dekker – Kniest voor de laatste benodigdheden achter de hand. Maar voorlopig hoeven we ons niet te vervelen.
























31. In het water!



Dat vertrek komt eerder dan verwacht. We gaan even naar de boot om wat op te meten. De eigenaar van de jachthaven loopt net langs en we informeren gelijk maar even wanneer we volgende week aan de beurt zijn. “Zijn jullie al klaar dan? Dan kan het wat mij betreft zo dadelijk wel. Volgende week is het Pasen en dan wil iedereen tegelijk.” Enfin, om kort te zijn: een kwartier later ligt de boot in het water. Dat is ons nog nooit gebeurd: zo vroeg in het seizoen! Dat is ook weer het leuke van een dorp. De mensen zijn nog gemoedelijk en flexibel; ons kent ons en met een beetje goede wil is alles mogelijk. Tsja, nu kunnen we wel varen maar nu zijn de bruggen nog niet open! De bruggen door ons dorp kunnen we in gesloten stand niet nemen. Zelfs met de Kolibri zonder mast lukt dat maar net op de centimeter. Morgen gaan de bruggen weer draaien maar dan hebben we andere besognes. De verkoop van onze vorige boot, de 33 voeter, is net rond. We hebben haar deze week op verzoek van de makelaar zeilklaar gemaakt. Lappen zeil gehesen en meters lijn door de juiste blokken en gaten geleid. Toen wisten we opeens weer waarom we een kleinere boot wilden… Morgen hoeven we de koper alleen nog wat uitleg te geven en een proefvaartje met hem te maken. Fantastisch nieuws natuurlijk in deze (ook voor verkopers) economisch zware tijden. En ook een prima timing. Precies voor het begin van het nieuwe seizoen hebben we het hoofdstuk van de vorige boot afgesloten. Klaar voor een frisse, nieuwe start. Als leuke bijkomstigheid geeft het ook weer wat extra financiële armslag om de North Beach aan onze wensen aan te passen. Het gevolg is wel dat er dus de dag daarop geen tijd is om de Sylke over te varen. De rest van het weekend regent het pijpenstelen; daar zitten we ook niet op te wachten. We willen haar toch wel graag bij huis hebben, hoe lossen we dat op? We besluiten de gesloten bruggen te mijden en de lánge route naar huis te nemen. Leuk tochtje. De mast ligt plat dus we zouden net onder alle bruggen door moeten kunnen. Zo gezegd, zo gedaan. Even naar huis om wat dikke kleren aan te doen; muts, sjaal en wanten mee. Hete thee in de thermosfles en koekjes in de tas. De motor start in een keer en even later zijn we onderweg. 





Terherne, Prinses Margrietkanaal, Grou en dan richting huis. Het valt ons mee hoeveel bootjes we onderweg al tegenkomen. Vutters met de motorboot op stap en ook zeilboten die net als ons uit de winterstalling komen. Het is best nog wel koud. Verwende zeilers als we zijn, zetten we onderweg even het kacheltje aan. We zeggen tegen elkaar dat het alleen is om te zien of hij het nog wel doet… (Wie beduvelt nu wie?) Het uitblaaspunt zit bij de hondenkooi. Als je bij het trapje staat, hoofd uit het luik, worden de voetjes lekker warm. Ideaal. Met anderhalf uur zijn we thuis. We leggen de boot op haar eigen vertrouwde plekje en spoeden ons naar binnen om bij de verwarming weer wat op temperatuur te komen…

30. Lente!



Het was geen lekker voorjaar. Er is tot nu toe niet veel gelegenheid geweest om wat aan de bootjes te doen. Ellenlange weekenden met alleen maar regen en een koude, snerpende wind. De boten staan buiten dus een beetje draaglijke temperatuur is toch wel wenselijk voordat we aan de slag gaan. Maar nu is het dan lente! Niet alleen volgens de kalender maar ook in real life. Opeens is het weer omgeslagen. Na drie maanden een klein Thialf achterin de tuin te hebben gehad is het vreemd om plots weer golfjes in het water te zien bewegen. Het ijs is weg, de temperatuur vliegt omhoog en de bollen schieten de grond uit. Ik houd mijn “fingers crossed” dat er na deze koude, lange winter een prachtig voorjaar en een nog mooiere zomer volgt. Een Engels weerbureau voorspelt de heetste zomer ooit; dat hoeft nu ook weer niet. Het begin is er in elk geval: de zon schijnt, de dagen worden langer en de botenstalling roept, nee, schreeuwt om ons. Als eerste pellen we de boten uit hun winterjas. We leggen de dekzeilen te drogen in het zonnetje: dwars over het middenpad van de parkeerplaats. Jammer alleen dat er nu en dan een lastige automobilist overheen wil rijden en alles weer aan de kant moet worden geschoven… De Sylke en de Mathilda zijn nog redelijk schoon. De stootlijst en het teak zijn een ietsje pietsje groen maar dat gaat er straks thuis, met een schuursponsje met soda, wel weer af. Het polyester is ook wat smoezelig maar daar is een sopje dan weer goed voor. De kajuitschotjes en de luiken worden opengegooid en de lentewind wappert door de boot. Binnen is alles gelukkig droog gebleven.


 


Wat nu volgt is een militaire operatie. Goed doordacht en razendsnel uitgevoerd door een team van drie enthousiaste lieden dat goed op elkaar is ingespeeld: een opzichter met twee man personeel. Eigenlijk betekent dit gewoon: we gaan de romp doen. We beginnen met een doekje met sop waarmee we het ergste vuil van de romp afhalen. Daarna gaat er iemand met een droge doek achteraan. Vervolgens is het de beurt aan de cleaner. De hele romp wordt van zwarte strepen, gele vlekken van binnenwater en andere vuiligheid ontdaan. Daar komt natuurlijk een persoon achteraan die het geheel weer uitwrijft. Als we dat hebben gehad is het tijd voor de laag was. Eén persoon wrijft in. De tweede wrijft de ergste laag was er weer af en de derde poetst alles brandschoon en glad. Al met al zijn we zeven keer over de romp heengegaan. En dat maal twee, want we doen gelijk maar allebei de boten… Het resultaat mag er wezen. 




We kunnen ons spiegelen in beide rompen en ze voelen superglad aan. De opzichter, een héle harde werker, heeft ondertussen ook nog kans gezien het onderwaterschip van de North Beach in de anti-fouling te zetten. Bij de Kolibri is dat gelukkig niet nodig. Nog even een nieuwe zinkanode om de schroefas en een op de top van de schroef en dan zijn we voor vandaag klaar. Bezweet en met spierpijn in onze armen gaan we naar huis. Het was een zeer bevredigende dag. Als eerste van de hele winterstalling staan we klaar voor de start. Nog even en dan zijn we vertrokken!