110. St. Maarten (4)

De swell houdt nog steeds aan. We gaan daarom een dagje naar Philipsburg, de hoofdstad van St. Maarten.

We motoren eerst met de dinghy naar de Hollandse Brug. Daar stallen we hem aan de steiger van de Yacht Club en vandaar pakken we de bus. De weg kronkelt tussen de heuvels (of zijn het bergen?) richting het oosten. Een smalle weg met verraderlijke bochten.

De buschauffeur rijdt er niet minder hard om…

Philipsburg is een aardige stad met een vrij smalle strook strand. Aan de boulevard barst het van de juwelierszaken en andere prijzige etablissementen. Een paar straten meer landinwaarts staan de auto’s op kistjes en zien de winkels er uit als armoedige krotjes. Dit heeft alles te maken met de cruiseschepen.



In Philipsburg bevinden zich namelijk de terminals waar de cruiseschepen afmeren. De terminals liggen een eindje buiten het centrum. De voornamelijk Amerikaanse passagiers worden met taxibootjes naar het centrum gebracht en op gezette tijden losgelaten op het strand. Ze zijn te herkennen aan gekleurde plastic bandjes om hun pols en lijken net een stel kinderen op schoolreis.
Eenmaal aan wal spoeden zij zich linea recta naar de juweliers, op jacht naar weer een gouden ketting. Wat een lol!

Enfin, de plaatselijke bevolking is redelijk blij met hun bezoek, want ze brengen tenminste wat geld in het laatje.



Het is heerlijk flaneren over de boulevard. We kijken onze ogen uit naar de fleurige gevels en reclameborden en de leuke terrasjes met parasols. In het bekende etablissement ‘The Green House’ koelen we onder de airco wat af, gebruiken een lekker maal en surfen we nog even over hun internet.

Ook al waren we niet op het water: toch een fantastische dag!

109. St. Maarten (3)

Helaas, het weer zit wat tegen.
Nou ja, zover je dat kunt zeggen als de zon uitbundig schijnt en de lucht- en watertemperatuur meer dan 25 graden bedraagt.
Er staat buiten een swell van drie tot vier meter. Op zich is dat niet erg om mee te zeilen; het is een lange swell. Maar het maakt het wel moeilijk om elders in dit gebeid een veilige en enigszins beschutte ankerplaats te vinden. De beste plek onder deze omstandigheden is eigenlijk daar waar we nu liggen: Simpson Bay. De monohulls om ons heen liggen desalniettemin aardig te stuiteren. Wij hebben het op onze catamaran een stuk rustiger wat dat betreft.
We besluiten om het weer af te wachten en nog een paar dagen te blijven liggen. We hebben tenslotte de tijd.

Zout water en UV-straling zijn de pest voor elk schip. In het Caribisch gebied is de slijtageslag natuurlijk vele malen groter dan bij ons: er valt bijna niet tegenop te werken. Ook op de Zeevonk zijn er weer enkele dingen aan onderhoud/vervanging toe. Schipper Henk weet dat Bob handig is en van knutselen houdt, dus die kans wordt gelijk gegrepen.



Onder de brug door, in de Lagoon, bevinden zich op dinghy afstand twee grote watersportwinkels vlakbij elkaar: Budget Marine en Island Water World. Daar strategisch tussenin ligt het zeilerscafé ‘The Tropical Sail Loft’. Alle zaken zijn te bereiken via hun eigen dinghy steiger. Achter het café zetelt de zeilmaker en naast het café een tuigerij. Geen wonder dat alle zeilers zich op het terras verzamelen. Daarbij zijn de drankjes en het eten goed en redelijk van prijs. En, niet te versmaden, de meeste tijd heb je een redelijke internetverbinding aan je tafel. Op bijna elk moment van de dag zitten de zeilers hier met hun laptop op schoot, onder het genot van een lekker drankje, te mailen met het thuisfront.




De eerste paar dagen brengen wij op bovenstaande manier door. Koffiedrinken en internetten in het café; kletsen met andere zeilers, boodschappen doen bij de watersportzaak, knutselen aan de boot en lekker wennen aan zon en temperatuur.

108. St. Maarten (2)

"Welcome at St. Martin: The Friendly Island".
Het vliegveld is groot en modern. Het wachten op de koffers duurt lang. Maar zowaar, na een tijdje rollen ze eindelijk alle drie van de band. Denk niet dat we zelf zo enorm veel bagage bij ons hebben (al vinden onze naturisten gastheer en –vrouw natuurlijk van wel) maar we hebben ook post, tijdschriften en cadeautjes voor hen meegenomen...

Broer en schoonzus hebben bijna wortel geschoten van het lange wachten en na een hartelijk weerzien staan we heel gauw buiten, in de hitte. Wat een verschil met Holland! We houden een ‘dollar-busje’ aan en laten ons het kleine stukje naar de ‘St. Maarten Yacht Club’ -Home of the Heineken Regatta- rijden. Dat klinkt als een hele elitaire en chique club, maar dat valt reuze mee. De club ligt ten zuidoosten van het vliegveld, en verbindt de open zee van Simpson Bay met het 'binnenwater' van Simpson Bay Lagoon.

Het clubhuis is fantastisch gelegen. Net achter de brug die toegang geeft tot de Lagoon. De brug heet de 'Hollandse brug' en ziet er ook zo uit. Een onvervalste Nederlandse ophaalbrug waar alleen het klompje van de brugwachter ontbreekt. Niet dat naar binnen varen niets kost. Het bruggeld past echter, zeker voor die enorme jachten, zelfs niet in een klompje maat 47. Met pin of welgevulde beurs kan het verschuldigde bedrag op het nabijgelegen havenkantoor worden voldaan.

Dagelijks passeren enorme jachten deze brug. Op weg van de luxe jachthavens naar open zee en vice versa. De doorgang van de brug is 17 meter breed en dat betekent voor een heleboel schippers nog wel even passen en meten. Het is een genot om op het terras van de club te zitten; met een heerlijke Rum Punch in de hand. Je kan daar uren zitten kijken.




Enfin, niet geheel onbelangrijk, maar daar kwamen we niet (alleen) voor. De dinghy ligt aan de steiger van de club. De koffers inladen, instappen en onder de brug door de Simpson Bay in.

Onze boot voor de komende tijd ligt daar voor anker. Een prachtige plek. Dichtbij de wal met zijn winkels, busjes en taxi’s. Dichtbij het strand waar we kunnen wandelen en hardlopen. Dichtbij de Lagoon waar de meeste zeilerscafeetjes en watersportwinkels zich bevinden.

Zwemkleding aan, en we vleien ons neer op de trampolines. We dommelen wat, moe van de lange reis en het tijdsverschil. We wennen langzaam aan de zon, de warmte en de wind. Al liggend genieten we van het uitzicht: afwisselend de achterkant van onze oogleden en een schitterend blauwe lucht.