107. St. Maarten (1)

De winter is ingevallen. De boot staat op de kant en op het moment valt er even niet zoveel meer te vertellen.

Tijd dus om eindelijk verslag te doen van onze reis naar Sint Maarten in februari dit jaar. Na terugkomst brak direct in alle hevigheid het vaarseizoen los: de boot ging de winterstalling uit, schoonmaken, klussen, klaarmaken. Voor het verhaal over St. Maarten was toen geen gelegenheid meer. Nu is het moment daar. Het gaat dan wel niet over zeilen met de ‘Sylke’, maar het wordt nu even zeilen met de ‘Zeevonk’. Heel anders, maar net zo leuk om te lezen, zo niet leuker. Ik doe mijzelf en Bob er een plezier mee, want het is fijn om alle herinneringen nog een keer terug te halen en de foto’s weer eens uitgebreid opnieuw te bekijken. En ik denk dat ik broer en schoonzus er ook een plezier mee doe: ze zitten nu nog op Curacao, maar over een paar weken vertrekken ze weer naar de Dominicaanse Republiek: jullie vinden het vast ook leuk om over onze gezamenlijke belevenissen te lezen!

Het is half februari. We zitten nog middenin een lange, witte en koude winter. Al sinds september kijk ik uit naar onze reis naar St. Maarten: op bezoek bij mijn broer en schoonzus op hun catamaran de ‘Zeevonk”. Gezellig om elkaar weer te zien en heerlijk om die winterjas, sjaal, muts en wanten eindelijk onderin de kast te gooien.
We moeten rekening houden met onze vakanties, met onze extra vrije dagen en met het programma van de Zeevonk. Het eiland St. Maarten is voor de helft Nederlands en voor de helft Frans. KLM en Air France zijn toevallig ook nog partners en samen wisselen ze de vluchten af. De dag dat wij willen vliegen, is het toevallig Air France die de verbinding onderhoudt. Dat betekent voor ons eerst naar Parijs en vandaar met Air France de oceaan over.

’s Nachts om 3 uur op. Zoonlief is zo goed om ons weg te brengen. Om half vier trekken we de deur achter ons dicht en gaan we op weg. We zijn ruim op tijd en doen het rustig aan. Wat winkeltjes kijken op Schiphol en gezellig met ons drieën een bakje koffie drinken. Om 7.15 uur vertrekken we van Schiphol. Het taxiën over de startbaan duurt eindeloos. Voor ons gevoel zijn we al een kwartier aan het rijden voordat we eindelijk opstijgen.

“Wat zit die jongen raar, hij is zeker bang om te vliegen”.
Aan de andere kant van het gangpad zit een donkere jongen dubbelgevouwen met het kruintje van zijn hoofd tegen de stoel voor hem. Het ziet er vrij ongemakkelijk uit. Er zitten een man en een vrouw naast hem. Ze rommelen wat in een tas met paperassen en vullen formulieren in. Langzamerhand begint het ons te dagen. De handen van de jonge knul zitten met nylon tie-wraps achter zijn rug aan elkaar vastgebonden. Vandaar dat hij zo voorover hangt. Hij wordt blijkbaar onder begeleiding het land uitgezet. Je weet dat dat dagelijks gebeurt, maar het is raar om het zo van nabij mee te maken. De rest van de reis blijf ik zitten peinzen over wat hij mogelijk heeft gedaan dat het zover is gekomen.

Het vliegtuig zit aardig vol. Vooral met zakenlieden met aktetassen die op een doordeweekse dag even het vliegtuig pakken om een paar uurtjes in Parijs te vergaderen. We merken het aan de stewardess. Zij kent sommige mensen bij naam en informeert of ze met de middagvlucht weer mee teruggaan. Het vliegtuig is klein en krap. We zitten stijf tegen elkaar aan en weten niet waar we onze benen moeten laten. Gelukkig is het maar een stukkie vliegen. Om 8.40 uur staan we alweer bij de gate op Charles de Gaulle.



Dat is lang geleden dat wij in Parijs waren! Weer even wennen aan het Frans. We hebben twee uur de tijd voordat het volgende vliegtuig vertrekt. Die tijd hebben we ook bijna wel nodig ook. Om te beginnen worden we allebei als criminelen gefouilleerd. En dat niet één keer, maar zelfs twee keer. Zien we er zo onbetrouwbaar uit dan? Onze overstap staat nergens aangegeven. We hebben geen idee waarheen we ons op dit grote vliegveld moeten begeven. Van borden of monitoren met vertrektijden erop hebben ze hier zeker nog nooit gehoord. Ik vraag aan een dame achter een loketje waar we moeten zijn. Met een accent à la Peter Sellers als inspecteur Clouseau in the Pink Panther, wordt ons in het Engels de weg gewezen. We wandelen door ellenlange gangen voordat we weer in de volgende hal zijn. Maar goed, we komen er.

Het was al een beetje heiig, maar langzamerhand begint het steeds mistiger te worden. We zullen toch niet stranden, hier op de Gaulle?



Gelukkig, met maar een klein beetje vertraging vertrekken we om 11.15 uur richting Sint Maarten. Het wordt weer een lange, lange vlucht. We vliegen over Zuid-Engeland en Ierland heen. En zien dan alleen nog maar een oneindige, blauwe zee.

Geef ons maar de KLM. De stewardessen van Air France zijn niet erg vriendelijk. Ze zien er ook vrij chagrijnig uit. Verder is het eten ook niet alles. Om een uur of 12 krijgen we de lunch: vreemd smakende Frans/Marokkaanse gerechten met het onvermijdelijke flesje wijn erbij. Pas om 19 uur komen ze weer langs. We zijn zowat verhongerd.
Nee, dan de KLM: daar wordt je doorlopend volgestopt met de meest smakelijke hapjes!



Aan het einde van de reis zien we hier en daar al wat eilanden liggen; ver beneden ons. We proberen ons te oriënteren en te raden welke eilanden het zijn. Moeilijk hoor. De landing wordt ingezet. Thuis hebben we op You Tube al de nodige filmpjes van spectaculaire landingen op St. Maarten gezien. De landingsbaan is kort. De vliegtuigen komen extreem laag over zee, over een strandje en over een hek aanvliegen. Je kan ze vanaf de grond bijna aanraken. Gelijk achter het hek raken de vliegtuigen de landingsbaan en moeten ze direct vol in de remmen. Vanuit het vliegtuig heb je er gelukkig niet veel erg in. Zonder problemen landen we om 14.50 uur plaatselijke tijd op Princess Juliana International Airport. We zijn dan vanaf Schiphol, inclusief een beetje vertraging, een kleine 12 uur onderweg geweest.

Broer en schoonzus hebben ons vliegtuig op de spottersplek opgewacht. Vanaf het strandje maken ze met hun telefoon de volgende beelden van onze aankomst. Klik hier!

106. Winterklaar

Onze boot staat weer hoog en droog op de wal.
Laat de voorspelde pakken sneeuw en strenge vorst maar komen!

Voordat het zover was, kostte het wel weer even wat moeite.
We hebben lang getwijfeld of we dit jaar de mast er nu wel of niet af zouden halen. Het is toch wel weer even een klus. De boot gaat op het droge. Als je de mast erop laat zitten en het waait hard, dan zou dat niet zo goed zijn voor de mast, de verstaging en de boot. De redenering is dat met harde wind een romp in het water meegeeft; een romp op de bok niet. Uiteindelijk besluiten we op safe te spelen en de boel toch maar naar beneden te halen.


En dit keer maken we er nog meer werk van dan anders. De verstaging en het voorstagprofiel gaan er deze winter ook af; die krijgen een extra schoonmaak- c.q. smeerbeurt en mogen de winter doorbrengen op een warme, droge zolder.
Ik moet zeggen, het ziet er goed uit: een liggende mast zonder loshangende slierten eraan. Het straat wel erg strak en clean.



We zijn natuurlijk bevoorrecht met de boot in de achtertuin. Terwijl manlief druk bezig is met het winterklaar maken van de boot, zit ik rustig in de tuin van het warme zonnetje te genieten. Ik hoef Bob alleen maar op zijn tijd van wat eten & drinken te voorzien en nu en dan met een bemoedigend woord toe te spreken. Nieuwe olie en filters in de motor; het ontluchten gaat dit keer wat moeizaam, maar het lukt. De zeilen drogen terwijl we koffie drinken; even opvouwen in de huiskamer en direct naar zolder brengen. De meeste inventaris verdwijnt via de garage (schoonmaakstation) naar de zolder (opslagplaats). Heel relaxed gaat dat zo.



Een kwartiertje varen naar de jachthaven, antivries in de motor en voordat we het weten staat Sylke alweer op de kar. Het onderwaterschip ziet er nog prachtig uit. Weinig aangroei, alleen wat groene alg, en ook de anti-fouling blijft -ondanks de harde straal van de hogedrukspuit- keurig zitten. Alleen het onderste tipje van het zwaard is beschadigd. Op een van onze laatste tochtjes merkten we het al. Op een gegeven moment tikte plotseling het zwaard omhoog terwijl het op die plek normaal gesproken diep genoeg is. Er lag duidelijk iets groots en zwaars op de bodem. Er blijkt een chip van de gelcoat afgebroken te zijn zodat de glasmat zichtbaar is. De temperatuur is het hele weekend nog prima dus de beschadiging wordt gelijk vakkundig gerepareerd.

De boot staat schoon en glimmend op de parkeerplaats van de jachthaven. Nu alleen nog even een dekzeil erover en dan is ze klaar. We hebben deze winter voor de zoveelste keer maar weer een nieuw zeil gekocht. Wat we ook doen, ze gaan altijd kapot. En dan heb ik niet over de allergoedkoopste GAMMA-zeiltjes. We hebben tennisballen op de scepters gehad, plastic en piepschuim over uitstekende delen, een houten frame over scherpe punten: niets hielp. We wonen dichtbij, dus na een zware storm of een lange periode met sneeuw gaan we altijd even kijken hoe de boot erbij staat. Maar ondanks dat, zitten er elk voorjaar weer gaten en scheuren in het zeil. Misschien toch een kwestie van verkeerde zuinigheid van ons. ..Van lieverlee worden de zeilen steeds zwaarder en steeds duurder! We gaan net zo lang door totdat we er eindelijk één vinden van een betaalbare kwaliteit die de winter ongeschonden door komt. Ditmaal zijn we voor PVC van 650 gram/m2 gegaan. Benieuwd hoe dat er straks in maart uitziet…We houden u op de hoogte!