156. Vaartochtje in de sneeuw

Het is december, het heeft gesneeuwd en geijzeld. De eerste schaatsers hebben in Friesland al op het ijs van de Ryptsjerksterpolder gereden.

De Zeevonk ligt nog steeds in de dure Noorderhaven van Harlingen. Het wordt de hoogste tijd dat ze daar weggaat. Eindelijk is er via via een plek gevonden in Franeker, aan de Zuiderkade. De setting lijkt een beetje op die van Harlingen: een kade waar verkeer langsrijdt en huizen aan beide zijden. Het stukje water is alleen wat smaller en loopt dood. Het grote voordeel is echter dat het liggeld ongeveer tien keer minder bedraagt.

Dinsdag is het dan zover. Dit lijkt de beste dag om het ritje te wagen: de kapitein voelt zich redelijk fit en het weer lijkt goed. Het is maar een klein stukje varen van Harlingen naar Franeker: via het Van Harinxmakanaal, een door de binnenvaart druk bevaren route. We willen de ijsschotsen echter voor zijn, dus nu of nooit. Zelfs in het brakke water van de Noorderhaven ligt al een dun vliesje ijs.

In Grou pikken we eerst trouwe vriend Henk V. op, hij komt ook mee. Van Grou naar Leeuwarden staan we langdurig in de file. Waarom weet niemand want de weg is mooi schoon en er is gestrooid. Vanaf Leeuwarden richting Franeker ziet de weg er een veel minder uit. Gladde stukken met sneeuw en ijs. Met 60 km/u kachelen we door. Aan de kade in Franeker (Frjentsjer is het eigenlijk...) parkeert kapitein Henk net zijn auto als wij aan komen rijden. Hij stapt bij ons in en gezamenlijk rijden we naar Harlingen. Joke heeft ondertussen de verwarming in de Zeevonk flink opgestookt en de kuip sneeuw-  en ijsvrij gemaakt. Bob en ik trekken onze dikke winterzeilpakken en -laarzen aan. Daar overheen een reddingsvest. Niet omdat het zulk woelig water is, maar omdat de gangboorden van de boot spekglad zijn; een onvrijwillige schuiver ligt in een klein hoekje. Met al deze lagen kleren aan in het ijskoude water vallen en verdrinken, dat willen we niet riskeren.


Een van de dieselaanhangmotoren moet eerst ontlucht worden. Niks met een balletje eindeloos diesel knijpen: gelijk de grote dinghypomp erop en de diesel spuit eruit... Sorry voor de rommel, Joke!

We varen de Noorderhaven uit en Henk mag de eerste bruggen en de sluis 'nemen'. Er blijft aan weerszijden maar heel weinig ruimte in de breedte over en dat durft de gelegenheidsbemanning zelf nog niet gelijk aan. Het gaat prima. De kapitein heeft dan het moeilijkste werk gedaan en kan verder lekker warm binnen uitpuffen. Genieten van zijn eerlijk verdiende bakkie hete koffie en plak kerstbrood. Henk V. en Bob nemen het roer over. We varen tussen prachtige besneeuwde weilanden door. In de verte zien we een donkerblauwe lucht vol sneeuw aankomen. "Ik weet niet of we het droog houden, jongens!"


De brugwachters werken voorbeeldig mee. Zonder ook maar even in te hoeven houden, dieselen we lekker door. Vlak voor Franeker hebben we nog een droevige primeur. Voor het eerst in ons aller leven passeren we een dood, drijvend schaap. Arm beest. Waarschijnlijk door het ijs gezakt en verdronken.

Voor het filmpje van deze tocht klik hier.

We varen het vaartje langs de Zuiderkade in en het begint inderdaad te sneeuwen. Een mooi, wit welkom wordt het zo. Het watertje is smal en we moeten dubbelgeparkeerde schepen passeren. De eigenaar is zo vriendelijk om zijn roeibootje dat langszij ligt, even voor ons weg te halen.

Daar liggen we dan in Franeker: een prachtig plekje met een stroompaal in de buurt. De stekker gaat er gelijk in zodat de kachel continu kan blijven branden en de boel niet bevriest. Havenmeester Piet komt even later langs om de papieren in orde te maken. Wat een hartelijk welkom hier!

de nieuwe ligplaats aan de Zuiderkade