325. Friese Meren

Na weekenden waarin we druk waren met allemaal andere leuke bezigheden, hebben we vanmiddag  eindelijk weer eens tijd om een rondje te zeilen.

Het is niet het allermooiste weer van de wereld. Het is bewolkt, het is 16 graden en er staat - zoals later zal blijken - een stevige wind. Ik doe voor de zekerheid een warmtehemdje onder mijn dikke vest aan. Dat voelt een beetje onwennig na alle mooie warme dagen met alleen een shirtje en een korte broek aan. Dit doet erg denken aan de meivakantie waarin we vele lagen kleding over elkaar heen aantrokken. De zomer is onmiskenbaar voorbij; de herfst is begonnen, de winter komt eraan...

Het is een rare vlagerige wind. Het ene moment dwarrelt hij met 9 knopen om ons hoofd en twee tellen later blaast het 20 knopen. Zo gaat het de hele middag door. Zijn we het varen op de Friese Meren niet meer gewend? Komt het door de verspreid staande boerderijen of de rijen bomen op de kant? We kunnen ons niet herinneren of we een dergelijke vreemde wind op het IJsselmeer wel eens meemaken. We bedenken hardop dat het varen op ruim water ons toch beter bevalt dan het priegelen op de vierkante centimeter zoals hier in het Friese Heitelân...

zeilend door het Friese landschap

Er gaat een reef in het grootzeil en de kluiver rollen we maar niet uit. In de smalle en ondiepe slootjes moet je vooral niet te hard gaan en de controle houden. Op het meer zijn wat kinderen in jeugdboten een wedstrijdje aan het varen. Verder is het stil. Erg stil. We varen via het Prinses Margrietkanaal richting Eernewoude. Een paar vissers drijven met hun door stille elektrische motortjes aangedreven roeiboten, gespannen naar hun dobber kijkend, over het brede vaarwater.  Een enkel motorbootje ligt alleen en verlaten aan een Marrekritesteiger. We komen niet veel zeiljachtjes tegen. Wel een hele stoet Valkjes die blijkbaar een toertocht varen. In de kleine vaartjes is het moeilijk om elkaar te passeren. Eén zeilboot neemt het niet zo nauw met voorrang verlenen en dwingt ons bijna de kant op. Het zwaard stuitert op de bodem. Op het meer is de wedstrijd ondertussen afgelopen, de kinderen zijn vertrokken.


Het was heerlijk om weer even fijn te zeilen. Hopelijk brengt de herfst ons nog een paar mooie dagen voordat de boot naar de stalling gaat...